With Terreng the duo of Jon Wesseltoft & Balazs Pandi present their first vinyl release. An overwhelming LP by this powerful duo on electronics and drums. A highly dynamic blend of improvisation, and a narrowly constructed electro-acoustic narrative.
The album is available on vinyl and digital through our webshop here: https://movingfurniturerecords.bandcamp.com/album/terreng
Find the album on your preferred streaming service: https://orcd.co/terreng
About the album
TERRENG- a constitution of an open-ended landscape of contrasts defining space both in time and depth. a set of structuring elements forming by its positionally interaction a common platform created through its dimensional properties.
The drums and electronics on TERRENG trade off each other at times creating a sense of improvised space, but also comes together in parts to form a narrative structure of almost concrete sensibilities. Where the instrumental identities gradually bleed into each other to form a flowing texture of sonically defined terrain.
The multi-layered structure of the two tracks presented here draws upon a well of material, sources and references. Pandi and Wesseltoft build up a detailed and idiosyncratic work by the use of their constructive material. In parts quiet and open. In other parts chocked with information and intensity. Beautiful and fractured. Chaotic and meditative.
TERRENG is a highly dynamic blend of improvisation and a narrowly constructed electro-acoustic narrative.
Reviews
Opduvel
https://opduvel.com/2019/05/14/jon-wesseltoft-balazs-pandi-terreng/
Moving Furniture, 2019
Jon Wesseltoft en Balazs Pandi zijn twee cutting edge-muzikanten die in de laatste twee decennia in verschillende samenwerkingsverbanden actief zijn geweest. De Hongaarse drummer Pandi werkte met Merzbow, Keiji Haino, Mats Gustafsson, Thurston Moore, Venetian Snares, Wadada Leo Smith, Jamie Saft, Lee Ranaldo en Jim Jarmusch en dat is nog maar een klein gedeelte van de vele collaboraties waarin hij participeerde.
Wesseltoft, afkomstig uit Noorwegen, kan daar het nodige tegenover zetten. De multi-instrumentalist werkt zowel met akoestische bronnen als met elektronica en hij opereert zowel onder zijn eigen naam als in projecten als The Deathtrip, Beta Minus Boogie Fat, Tongues of Mount Meru, Thorns en Cock of Corpse. Ook zijn lijst met samenwerkingen is ellenlang en bevat onder andere de namen Lasse Marhaug, Okkyung Lee, C. Spencer Yeh, Anla Courtis, Kommissar Hjuler und Frau, Virginia Genta en Maja S.K. Ratkje.
Wesseltoft en Pandi werkten eerder samen als duo op het vorig jaar bij het label The Tapeworm op cassette verschenen Infinite Vice. Voor dit album vond het tweetal onderdak bij het Nederlandse label Moving Furniture Records, dat de plaat op vinyl heeft uitgebracht. Het label staat vooral bekend om zijn ambient/drone-uitgaven maar bewees al vaker verder te kijken dan alleen dat genre. Wesseltoft en Pandi opereren op Terreng op het snijvlak van drone, vrije improvisatie en noise en daarmee zijn zij een welkome aanvulling op de catalogus van het in Amsterdam gevestigde label.
De lp telt twee geïmproviseerde stukken die behoorlijk van elkaar verschillen. Wesseltoft horen we op computer en elektronica, Pandi uiteraard op drums. Hoe Wesseltoft zijn geluiden produceert, wordt niet duidelijk, maar het is de luisterervaring waar het om gaat. Het eerste stuk, ‘Soft Close-Up’ is het langst, meer individualistisch en het minst luidruchtig, terwijl het samenspel in ‘Refractions’ wat hechter is en de noise meer naar voren komt.
Beide stukken zijn te kenschetsen als sonische geluidslandschappen, maar dan wel van het onrustige soort. In ‘Soft Close-Up’ horen we Wesseltofts lange tonen, ratelende geluiden en elektronische accenten in combinatie met het vrije drumspel van Pandi, die ervoor waakt om een beat of een vastomlijnd ritme te spelen. Het maakt dat de muziek je als luisteraar weinig houvast biedt, maar zorgt ook voor onvoorspelbaarheid en spanning. Wesseltoft waakt er aan zijn kant voor om ook maar iets te produceren wat op een melodie of ritme lijkt.
De elektronische geluiden zijn moeilijk de definiëren en zorgen ervoor dat niet alleen de drums, maar ook de elektronische component constant aan verandering onderhevig is. Terwijl het stuk qua tijdsbeleving voor een groot deel een statische indruk maakt, is het ook almaar in beweging. Wesseltoft legt drones neer, maar die blijven niet minutenlang hetzelfde, worden vervangen door andere drones. Daar overheen piept, schuift, rinkelt en draait het, terwijl Pandi met toms en bekkens in de weer is. De beide muzikanten laten zich niet beperken maar wel beïnvloeden door de aanwezigheid van de ander. Na zo’n tien minuten vindt de Noor het tijd om het noise-niveau op te krikken. Pandi beantwoordt het signaal, gaat luider drummen, alsof hij in freejazz-kringen verkeert. Het aantal lagen neemt toe, maar nergens ontstaat louter harde noise of een geluidsbrij; in alle hectiek is elk muzikaal bestanddeel duidelijk te horen.
‘Refractions’ begint met een elektronische loop die als een soort ritme fungeert. Pandi meldt zich na een dikke minuut met bekkenslagen, later gevolgd door spel op de toms. Wesseltoft voegt uiteenlopende geluiden toe die als incidentele klanken of lijnen over de loop worden gelegd. De intensiteit neemt in ras tempo toe, zonder dat echt naar een climax wordt toegewerkt. De elektronische geluiden worden talrijker, terwijl vooral met de bekkens spanning wordt gecreëerd. Een tweetonig motief biedt houvast, terwijl daaronder een en al bedrijvigheid gaande is.
De loop wordt gestopt na zo’n zesenhalve minuut, om plaats te maken voor een drone die op de achtergrond aanwezig blijft. Het biedt de Noor de ruimte om een heel arsenaal aan elektronische geluiden de revue te laten passeren, terwijl de Hongaar onverstoorbaar zijn ritmische en a-ritmische patronen legt, met een opvallende rol voor de snaredrum. Na tien minuten krijgt het geheel een zwiep, waardoor nogmaals de intensiteit wordt verhoogd. Het is nu een komen en gaan van geluiden en in combinatie met de alomtegenwoordige drums werkt dat uitstekend. De toms worden gegeseld in het laatste gedeelte van het stuk. Wanneer Pandi stilhoudt, gaat Wesseltoft nog een twaalftal seconden door en dan is het stuk plotseling ten einde. Geen afbouw, geen slotakkoord; het houdt abrupt op.
De geïmproviseerde noise van Wesseltoft en Pandi bevat veel nuances, veel kleurschakeringen en veel beweging. De twee muzikanten zijn druk met hun eigen spel, maar luisteren nauwkeurig naar elkaar en houden elkaar scherp. De grote hoeveelheid geluiden ten spijt, schiet de muziek niet zomaar alle kanten op; er is focus. Vooral in ‘Refractions’ is dat goed te horen, waarmee niet gezegd is dat het eerste stuk onderdoet voor het tweede. Alles bij elkaar genomen is sprake van vijfendertig enerverende minuten op een album waarop je bijna niet uitgeluisterd kunt raken.
Toneshift
https://toneshift.net/2019/04/30/terreng-by-jon-wesseltoft-balazs-pandi/
BY TJ NORRIS ON
Jon Wesseltoft & Balazs Pandi | Terreng
Moving Furniture Records (LP/DL)
Soft Close-Up begins with a meager alarm, set right into a pleasant bit of abstract jazzy percussion and perhaps the lift of a helicopter. It’s an interesting juxtaposition of effects that kickoff Terreng, the latest from collaborative duo Jon Wesseltoft (electronics) & Balazs Pandi (percussion). Here they contour noise like we are amid a high point crescendo, and that’s just for starters on this two lengthy track album of surprises. Their is palpable voltage running through this set, with its many crooked tendrils extending broadly.
Much clang fuels the crevices of every corner of space, they lay it thick. Midway this mirage-like soundwall has become an industrial installation. Wesseltoft & Pandi‘s fusion is breathless and dense, pure concrete music with only the outermost ridges of hinted potential rhythm that never quite materializes. Instead you are left with the fallout, zaps of gizmos and gadgets laid to waste in the aftermath of their clamour.
Refractions has this repetitive glitch loop at the front end. Once Pandi’s drumkit enters, with the sass of cymbal and other shadowy resonances, the track begins by falling apart. With each short loop in immediate succession the core of this is subliminally quite trippy. The electric jam session fires up oddly within its most minimal moments where clarity comes from the echo of its own din. Hard to define its edges. Drumroll, please!
Avant Music News
https://avantmusicnews.com/2019/03/10/amn-reviews-jon-wesseltoft-and-balazs-pandi-terreng-2019-moving-furniture-records/
Jon Wesseltoft is an experimental musician and composer who focuses on computer-generated music and electronics. He has collaborated with C. Spencer Yeh, Okkyung Lee, Anla Courtis, and Lasse Marhaug, among many others. Balazs Pandi is an all-purpose drummer who manages to shine in just about any scenario, whether it is avant-jazz, free improv, metal, or pure noise, and has performed with an equally impressive list of musicians. Terreng is the second collaboration of this duo.
From the outset, Wesseltoft and Pandi impart a take-no-prisoners approach. Wesseltoft contributes harsh electronic elements, sculpting structures from white noise, sequenced runs, and aleatoric diversions. Backing this is Pandi being true to his unconventional form – playing what would otherwise seem to be a long drum solo, but in a way that fits with Wesseltoft’s creations.
Terreng‘s two tracks each fall in the 16-19 minute range. Soft Close Up features an atmospheric opening with Pandi playing in a busy yet understated fashion while Wesseltoft sets forth shaky drones and a smorgasbord of machine sounds. These build to jagged crescendos with walled noise strands as well as generous cymbal and tom work. The last several minutes of the track include dense electronic voicings over Pandi’s non-stop rolls and flourishes. Refractionsalso begins slowly with Wesseltoft providing a looped rhythm over which both he and Pandi restlessly improvise. Over the course of the first half of the track, these offerings become more aggressive and fractured until Wesseltoft goes full-on distorted wall with shifting harsh sweeps and waves.
Sometimes free improvisation can wander close to random noise. In other cases, there is an underlying intent that can slowly be discerned through repeated listens. Here, Wesseltoft and Pandi fall into that latter camp. Terrengrarely offers anything resembling a melody or beat, as it is an exploration in texture and rasping tonal qualities. And the album comes recommended to anyone who likes their experimentation dense and raucous.
Vital Weekly
http://www.vitalweekly.net/1177.html
If you have the idea that Moving Furniture Records is all about serious drone based art music, then here’s a record that might prove you wrong. I don’t think I heard of Jon Wesseltoft before, but from the information I learn has a long history in sound art, noise and improvisation. Balazs Pandi is, of course, best known (or to me: only known) as the drummer who plays along with Merzbow. I always thought it was an odd choice for Merzbow to add a drummer to his sound, but maybe it makes sense in the sort of venues Merzbow performs these days. Here he teams up with someone who is also playing electronics, and while not in the same noise league as Merzbow, still quite the work of noise. It is, and that is perhaps the most remarkable thing, quite the work of improvisation one doesn’t expect on Moving Furniture Records. I think the Merzbow/Gareth Davies record is the other notable exception when it comes to an all-out improvisation thing (surely it is something that others also do on their releases for this label). I have no idea what kind of electronics Wesseltoft here, which, judging by what I hear, is a combination of laptop electronics, field recordings and stomp boxes, uses. Sometimes it sounds like a fuzzy old synthesizer and sometimes like a bunch of cicadas on the loose. It sizzles and hisses and Pandi plays his drums freely along. On the first side, ‘Soft Close-Up’, this is all rather dualistic, with drums and electronics doing their thing and separated in the mix, while on the other side, ‘Refractions’ it is all closer together. The electronics have become a bit nastier and noisier, while it all stays close to the drums, which sounds a bit further away in the mix; I am not sure if this is a deliberate thing. The second side is definitely the louder brother of the two, but it is the contrast of both sides that make that this record works pretty well. Not entirely opposites, but still it gives you a clear picture of what this is all about. Play loud is my recommendation and let it all wash over you. (FdW)
(Botho) Straussian
https://bothostraussian.wordpress.com/2019/03/10/jon-wesseltoft-ballazs-pandi-terreng/
Dit toffe plaatje, dat eind april op vinyl (en natuurlijk digitaal) uitkomt op het onvermoeibare Nederlandse label Moving Furniture, laat goed horen dat de hedendaagse improv underground alive ‘n’ kicking is. Je moet er alleen naar zoeken, want behoudens een blad als The Wire of Dusted zullen de gebruikelijke media ’t je niet voorkauwen, en eerlijkheidshalve doe ik dat zelf zoeken, bang dat je iets belangrijks over het hoofd ziet, al een hele tijd niet meer zo intens als pakweg tien jaar geleden. Ik ben tegenwoordig al lang blij als er een mooie experimentele plaat op mijn pad komt, doordat iemand me erop wijst of door een of andere serendipiteit. En dan is het des te leuker als de muziek je bovenmatig verrast en intrigeert.
En dat doet Terreng, het resultaat van een samenwerking tussen de Noor Jon Wesseltoft en de Hongaarse drummer Balazs Pandi. Ik ken het werk van beide heren niet (excuus), maar getuige hun œuvre is het duidelijk dat we hier met muzikanten te maken hebben die hun spoor in het internationale circuit al uitgezet hebben: Wesseltoft heeft samengewerkt met o.a. C. Spencer Yeh, Lasse Marhaug, Okkyung Leeen Maja Ratkje (met platen op Important en Feeding Tubes bijvoorbeeld) en Pandi drumde bij Mats Gustafsson en Merzbow en is bandlid van het roemruchte experimentele noise-gezelschap To Live and Shave in LA.
Terreng laat over de lengte van twee perfect getimede LP sides, bij elkaar iets meer dan een half uur, een dwingend biologerend maar toch verfrissend geluid horen. Doorheen de t
wee tracks zijn we getuige van een uiterst micrologische focus op geluid, maar tegelijkertijd wordt van meetaf aan een lange lijn gecreëerd die ervoor zorgt dat je aandacht constant wordt vastgehouden en niet verzuipt in het detail, wat niet altijd het geval is bij geïmproviseerde muziek. Terreng heeft het hypnotische van de beste electronica en het vrij-muzikale van improvisatiemuziek.
Het is me niet geheel duidelijk hoeveel compositie gepaard gaat met de duidelijk improvisatorische feel van de muziek—zowel de electronica als natuurlijk de percussie—of hoeveel concept erachter schuilgaat; een ding is duidelijk: beide muzikanten geven de impressie volledig op elkaar ingespeeld te zijn. De uiterst subtiele ritmische patronen die de percussionist uitzet sluiten nauwgezet maar intuïtief aan op het op het viscerale niveau opererende electronische weeftapijt dat Wesseltoft uit zijn machinerie t
overt. Een opvallend kenmerk, dat de twee tracks ook zo prettig maakt, is dat het nergens overdaad wordt. Alles past, zonder dat er te veel over nagedacht lijkt te zijn: het is systeemmuziek die volstrekt intuïtief werkt, waarbij het subject zich laat leiden door het gegenereerde materiaal. Dat is dan ook een wezenlijk verschil met standaard improv, waarbij deze of gene muzikant in een duo of groep vaak nogal de neiging heeft om zichzelf op z’n eigen eiland terug te trekken, waardoor er spanningsgaten vallen in de muziek. Van dat soort solipsisme is hier, op Terreng, geen spoor te bekennen.
Anderzijds zou je daar tegen in kunnen brengen dat op Terreng grosso modo weinig muzikale variatie tentoongespreid wordt, waardoor ook minder het risico gelopen wordt te ontsporen. Maar dat zou de muzikale intentie—een zekere monomaniacale concentratie, zoals in drone-muziek—onrecht aandoen. En als je goed oplet is—zeker in track 2—de percussieve variëteit die de drummer ten gehore brengt juist groot. Ook de noise-elementen die, à la John Wiese, heftig doch beheerst het sonore electronische geluidsspectrum gaandeweg doorboren, weerspreken het beeld van saaie repetitie. Het is geen vrije improvisatie (free jazz) in de gebruikelijke zin, maar Terreng heeft het merkteken ervan, terwijl het ook de onbevangen noise-, drone- en electronica-aficionado aan zal spreken.
En dan opeens houdt de muziek op! Het is alsof je gedurende ruim een half uur hebt ingezoemd op een uitzending van een intens optreden van een modernistisch opgetuigd gamelan-ensemble of even bent binnengestapt tijdens een denkbeeldig comeback-concert van Theatre of Eternal Music/The Dream Syndicate.
Als je van spannende electro-akoestische improvisatie en/of de meer avontuurlijke electronica houdt is deze LP een no-brainer. Leuke hoes trouwens!